Wat is osteopathie?

Theorie

De osteopathie is ontstaan rond 1900 in Amerika. Door de jaren heen heeft de osteopathie zich ontwikkeld tot een geneeskunst die zich bezighoudt met de kwaliteit en kwantiteit van de weefselmobiliteit. Tijdens de 5-jarige opleiding tot osteopaat staan de anatomie en de fysiologie centraal.

De osteopathie baseert zich hierbij op drie fundamenten:

  1. Het lichaam is een biologische eenheid
  2. Vorm en functie zijn wederkerig afhankelijk van elkaar
  3. Het lichaam heeft een zelfhelend vermogen

De osteopaat onderzoekt en behandelt de drie systemen van het lichaam:

  1. Het pariëtale systeem (bewegingsapparaat)
  2. Het viscerale systeem (organen)
  3. Het cranio-sacralesysteem (schedelbotstukken, hersenvliezen, heiligbeen)


Praktijk

De osteopaat werkt alleen met zijn/haar handen. Er worden dus geen apparaten gebruikt en geen medicijnen voorgeschreven.

Tijdens het onderzoek wordt het lichaam onderzocht op (verlies van) beweeglijkheid.
In een gezond lichaam is overal beweging. Op het moment dat door wat voor reden dan ook een bewegingsverlies ontstaat, kan dit leiden tot functieverlies met mogelijk klachten tot gevolg. Omdat het lichaam een biologische eenheid is kunnen klachten zich ergens anders uiten dan waar het bewegingsverlies (de osteopathische disfunctie) zich bevindt. Daarom zal een osteopaat altijd het hele lichaam onderzoeken.
Mogelijke oorzaken van bewegingsverlies zijn: trauma’s, operaties, ontstekingen, een verkeerd voedingspatroon.


 

Copyright © 2022  |  Links   |   Uwweb website CMS